MENU
PDF Opties

Beleidsindicatoren

In deze bijlage treft u een vaste set aan beleidsindicatoren aan. De lijst is ook te raadplegen op www.waarstaatjegemeente.nl, onder producten onderdeel Besluit Begroting en Verantwoording. Op de website is het mogelijk om de indicatoren te vergelijken met een willekeurige andere gemeente, de provincie Noord-Holland, de gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners of heel Nederland. De getoonde beleidsindicatoren, in onderstaande overzicht, zijn dynamisch en zijn gedateerd 7 september 2020.

De website is gedurende 2020 veranderd. Hierdoor is het eenvoudiger geworden een overzicht te maken die betrekking heeft op de gemeente Purmerend over de jaren 2016 tot en met 2020. Voor de fijnproevers kan de link gewijzigd worden naar https://www.waarstaatjegemeente.nl/dashboard/Besluit-Begroting-en-Verantwoording/

Naast deze indicatoren zijn in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing de financiële indicatoren opgenomen.

Programma/Indicator

Eenheid

Gegevens gemeente Purmerend over de jaren

Omschrijving

2016

2017

2018

2019

2020

Programma 2. Samenleving

Niet-sporters

%

52,90%

Het percentage niet-wekelijkse sporters t.o.v. de bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet.

Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin

%

6,00%

6,00%

6,00%

Percentage kinderen tot 18 jaar die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.

Jongeren met jeugdhulp

% van alle jongeren tot 18 jaar

10,50%

8,70%

8,90%

10,80%

Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar. Jeugdhulp is de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.

Jongeren met jeugdbescherming

%

1,00%

1,00%

1,00%

1,10%

Jongeren met jeugdbescherming betreft jongeren tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode een maatregel door de rechter dwingend opgelegd hebben gekregen. Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan onder toezicht gesteld of onder voogdij geplaatst.

In uitzonderlijke gevallen wordt de hulp of zorg voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar.

Jongeren met jeugdreclassering

%

0,40%

0,30%

0,30%

0,30%

Het percentage jongeren (12-23 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-23 jaar). Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 23 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. De begeleiding kan doorlopen tot de jongere 23 jaar wordt.

Absoluut verzuim

per 1.000 leerlingen

2,8

0,4

1,5

Er wordt gesproken van absoluut verzuim als een leerplichtige en/of kwalificatieplichtige jongere niet op een school of instelling staat ingeschreven.

De periodeaanduiding '2018' staat voor schooljaar '2017/2018'.

Relatief verzuim

per 1.000 leerlingen

52

52

44

Er is sprake van relatief verzuim als een jongere wel op een school staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt. Ook veelvuldig te laat komen kan hiertoe worden gerekend.

De periodeaanduiding '2018' staat voor schooljaar '2017/2018'.

Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers)

%

2,00%

2,10%

2,30%

Het percentage van het totaal aantal leerlingen van het VO en MBO (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat.

De periodeaanduiding "2018" staat voor schooljaar "2017/2018".

Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo

per 10.000 inwoners

720

760

890

Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeen

Banen

per 1.000 inwoners van 15-64 jaar

497,8

508,7

520,9

524,6

Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar.

Netto arbeidsparticipatie

%

67,60%

66,80%

67,90%

68,60%

Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking.

Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren

%

1,00%

2,00%

2,00%

Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.

Personen met een bijstandsuitkering

per 10.000 inwoners

353,8

355,4

337,2

316,8

Het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen.

Lopende re-integratievoorzieningen

per 10.000 inwoners van 15-64 jaar

231,3

205,1

209,5

116,2

Het aantal reintegratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.

Programma 3. Wonen

Nieuw gebouwde woningen

per 1.000 woningen

1,7

1,6

9,4

18,5

Nieuw gebouwde woningen, exclusief overige toevoegingen, zoals transformaties.

Programma 4. Milieu

Omvang huishoudelijk restafval

kg per inwoner

220

222

207

Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval.

Hernieuwbare elektriciteit

%

3,40%

3,70%

6,00%

Programma 8. Veiligheid

Verwijzingen Halt

per 10.000 jongeren

220

191

199

200

Het aantal verwijzingen Halt per 10.000 inwoners van 12 tot 18 jaar. Jongeren van 12 tot 18 jaar die een licht strafbaar vergrijp plegen, worden door de politie of leerplichtambtenaren naar Bureau Halt verwezen voor een passende Halt-straf. Zij krijgen leeropdrachten en er volgen gesprekken met de jongere en de ouders. Op deze manier kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie.

Misdrijven - Winkeldiefstallen

per 1.000 inwoners

2,4

1,9

1,9

Misdrijven - Geweldsmisdrijven

per 1.000 inwoners

5,5

4,3

5

4,7

Het aantal geweldsmisdrijven. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.).

Misdrijven - Diefstallen uit woning

per 1.000 inwoners

2,7

2,5

2,3

Misdrijven - Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte)

per 1.000 inwoners

7,1

6,5

5,4

5,7

Hieronder vallen brandstichting, alle vormen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde
en het openbaar gezag. Voorbeelden van misdrijven tegen de openbare orde en tegen het openbaar gezag
zijn opruiing, huis-, computer- en lokaalvredebreuk, deelneming aan een criminele
of terroristische organisatie, openlijke geweldpleging, godslastering, discriminatie
en het doen van een valse aangifte. Omdat het delict mensenhandel vaak onder dezelfde feitcode
geregistreerd wordt als het delict mensensmokkel worden deze twee delicten samengeteld en weergegeven
bij de gewelds- en seksuele misdrijven.

Jongeren met een delict voor de rechter

%

1,00%

1,00%

1,00%

Het percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.

Programma 9. Economie

Functiemenging

%

42,5

42,9

43,3

43,2

De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.

Vestigingen (van bedrijven)

per 1.000 inw.15 t/m 64jr

102

104,3

108,9

112,2

Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar.

Programma 10. Bestuur en Concern

Fte per 1.000 inwoners (formatie)

per 1.000 inwoners

9,29

9,27

Fte per 1.000 inwoners (formatie)

Fte per 1.000 inwoners (bezetting)

per 1.000 inwoners

8,54

8,84

Fte per 1.000 inwoners (bezetting)

Apparaatskosten per inwoner

per inwoner

€ 832

€ 831

Apparaatskosten per inwoner

Externe inhuur

kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

17,94%

16,68%

% Externe inhuur van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

Algemene dekkingsmiddelen

Gemiddelde WOZ waarde

x €1.000

185

191

209

235

De gemiddelde WOZ waarde van woningen.

Demografische druk

%

67,00%

67,60%

68,20%

68,40%

68,70%

De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.

Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishouden

748

719

721

732

764

Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten.

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden

748

719

721

732

764

Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten.

Overhead

Overhead

% van totale lasten

8,58%

8,17%

% Overhead van totale lasten