Onder onderhoud kapitaalgoederen wordt verstaan: het geheel aan klein onderhoud en investeringen aan gemeentelijke eigendommen. De volgende kapitaalgoederen worden hierin onderscheiden: wegen, riolering, kunstwerken, groen, begraafplaatsen, sportfaciliteiten, gebouwen en het (bedrijfs)wagenpark.
De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het daarbij behorende beheerplan zijn bepalend voor het onderhoud en het eventuele voorzieningenniveau. Om dit beheer en onderhoud adequaat te kunnen uitvoeren, worden jaarlijks in de begroting budgetten en investeringskredieten ter beschikking gesteld.
Voor deze kapitaalgoederen geldt dat de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald op basis van periodieke inspecties en het beheerpakket. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd tussen weg-, riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden, alsmede verkeerskundig en maatschappelijk gewenste aanpassingen.
De beheerplannen zijn een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsambities. In 2020 zijn deze plannen vernieuwd. Uitgangspunt is dat het onderhoud in technische zin op een aanvaardbaar niveau blijft, ter voorkoming van onveilige situaties en kapitaalvernietiging. Voor wegen, riolering en kunst- en waterwerken geldt het kwaliteitsniveau C (matig) volgens CROW-normering.
Het is onvermijdelijk dat bij een cyclische onderhoudsplanning een deel van de wegen tijdelijk onder de norm zakt richting kwaliteitsniveau D (slecht tot zeer slecht). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud. Na jaren van minimaal onderhoud is een omslagpunt bereikt in een deel van het wegenareaal: de staat van elementenverharding is op delen erg slecht. Ook bij kunstwerken is zichtbaar dat het niveau C niet past bij de functie (doorstroming van het verkeer). Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het achterstallig onderhoud binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud of een reconstructie.
De beheerplannen voor groen, wegen, straatmeubilair, kunstwerken en spelen zijn in maart 2020 vastgesteld. Dit integraal beheerplan 2020-2021 is een update van de eerdere plannen, en is door de raad vastgesteld voor twee jaar waardoor de looptijd van deze beheerplannen tot 2022 is verlengd. Hiermee lopen Purmerend en Beemster gelijk en kunnen de beheerplannen voor de nieuwe gemeente vanaf 2022 worden opgesteld.
In 2019 is het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) 2018-2023 vastgesteld. Bij de opstelling is samengewerkt met de regio. Het GRP beschrijft het noodzakelijke onderhoud en vervanging van het rioolstelsel. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren, wordt gebruik gemaakt van een onderhoudsvoorziening voor de geselecteerde kapitaalgoederen en geen voorziening per individueel product. Hierdoor kunnen verschillen elkaar per jaar compenseren.
Leidend voor het beheerplan voor het groen is de Groenkoers die in 2014 is opgesteld. Hierin is richting gegeven aan het ambitieniveau voor het groenonderhoud en de gewenste beeldkwaliteit (niveau C). In 2018 is het Groenplan vastgesteld door de raad. Hierin is een kwaliteitsimpuls voorgesteld aan de hand van vijf stappen: cyclisch onderhoud, herstel heesterbeplanting, ontwikkeling ecologie en diversiteit, opstellen bomenplan, parken en recreatie. Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte lag op C-niveau, maar in het groenbeheer wordt inmiddels niveau B aangehouden. Vanwege het jarenlange onderhoud op C-niveau was er achterstallig onderhoud ontstaan. Inmiddels heeft een grote inhaalslag in het achterstallig onderhoud plaatsgevonden. In het Bomenplan 2020-2040 wordt uiteengezet hoe we het bomenbestand in Purmerend op sterkte willen houden, dit plan is in april 2020 vastgesteld door de raad.
De beschikbare ruimte op de Nieuwe Algemene Begraafplaats Purmerend is voor langere termijn gewaarborgd. Het onderhoud van de graven en aan het groen is op orde. De aula is zeer gedateerd en delen ervan behoeven groot onderhoud of zijn aan vervanging toe. Jaarlijks worden de in het jaar ontvangen meerjarig afgekochte grafrechten gedoteerd aan de egalisatiereserve begraafrechten. Om de jaarlijkse kosten van het beheer en onderhoud van de meerjarig afgekochte grafrechten te dekken, vindt een onttrekking plaats aan voornoemde egalisatiereserve.
De speelvoorzieningen en de outdoor-voorzieningen sport en recreatie heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en veilig gebruik worden de speeltoestellen vier keer per jaar geïnspecteerd.
De gemeente heeft meerdere panden in eigendom. Hier is poppodium P3 en een aantal tijdelijke woningen aan toegevoegd. De verschillende panden zijn in eigengebruik (zoals het stadhuis en theater de Purmaryn), in het gebruik van scholen, welzijnsinstellingen, de veiligheidsregio of verhuurd aan derden. De invulling van de panden kan ook tijdelijk zijn totdat deze een nieuwe bestemming krijgen. Dit zou ook kunnen betekenen dat het gesloopt wordt of dat er gezocht wordt naar een geschikte verkooppartij. De panden worden onderhouden naar mate de functievervulling. Hierbij wordt de gebruiker nauw betrokken. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommeling in de lasten te egaliseren, wordt gebruik gemaakt van onderhoudsvoorzieningen.
De vervanging van het wagenpark wordt jaarlijks volgens een meerjarig investeringsplan geraamd, waarbij wordt afgeschreven op basis van de economische levensduur. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk op basis van een langere technische levensduur.