MENU
PDF Opties

1 1. Lokale heffingen

Algemeen

Op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten bevat de paragraaf lokale heffingen ten minste:

  1. de geraamde inkomsten;
  2. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
  3. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
  4. een aanduiding van de lokale lastendruk;
  5. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen in € 1.000:

Soort

2021

Onroerendezaakbelasting gebruikers

2.084

Onroerendezaakbelasting eigenaren

12.118

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen

12

Afvalstoffenheffing

12.922

Reinigingsrecht

80

Rioolheffing

7.706

Parkeerbelastingen

3.726

Reclamebelasting

150

Bedrijveninvesteringszones

83

Precariobelasting

214

Hondenbelasting

418

Leges

2.510

Lijkbezorgingsrechten

327

Marktgelden

119

Toeristenbelasting

50

Totaal baten

42.519

HET BELEID TEN AANZIEN VAN DE LOKALE HEFFINGEN

Het beleid voor de uitvoering van heffing en invordering van de lokale heffingen is gericht op het waarborgen van
kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Daarbij wordt er op een lastendrukverdeling gelet en wordt zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Als uitgangspunt geldt dat de lokale lasten jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Voor de onroerende zaakbelastingen wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van januari van het voorafgaande jaar als basis gebruikt. Het CBS heeft het inflatiepercentage van januari 2020 vastgesteld op 1,8%. Als onderdeel van de keuzes bij de vaststelling van de begroting 2021 wordt voorgesteld om voor 2021 ook een indexering van 1,8% toe te passen op de overige heffingen (leges, hondenbelasting,precariobelasting, toeristenbelasting, parkeervergunningen).

Kostentoerekening en kostendekkendheid

Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm dat deze niet boven het niveau van kostendekkendheid uit mogen komen.

Tabel kostendekkendheid 2021

bedragen x € 1.000

Afvalstoffen

heffing

Riool

heffing

Wabo

leges

Kosten taakveld(en), inclusief (omslag)rente

9.196

4.809

1.422

Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen

80

-

-

Netto kosten taakveld

9.116

4.809

1.422

Toe te rekenen kosten straatreiniging en regionale brandweer

742

742

129

Overhead inclusief (omslag)rente

1.871

1.006

395

Btw

1.275

777

Totale lasten

13.004

7.334

1.946

Opbrengst heffingen

12.922

7.706

1.946

Dotatie aan voorziening

-

372

-

Onttrekking aan voorziening

82

-

-

Totale baten

13.004

7.334

1.946

Dekkingspercentage

100

100

100

Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)
De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting voor woningen en een eigenaren- en een gebruikersbelasting voor niet-woningen.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen (RZB)
Deze belasting wordt ook wel de roerendezaakbelasting genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belasting wordt geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB.

Afvalstoffenheffing
De gemeente is verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Voor de dekking van de kosten wordt afvalstoffenheffing geheven. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead.

Reinigingsrecht
Reinigingsrecht wordt nog uitsluitend geheven van bedrijven voor het ondergronds inzamelen van bedrijfsafval. Het tarief van het reinigingsrecht wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead.

Rioolheffing
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen worden gebruikt voor de dekking van de kosten die in de wet genoemd zijn. Voor de beoordeling van de kostendekkendheid stellen wij periodiek het Gemeentelijk Rioleringsplan op. In Purmerend is de heffingsgrondslag voor eigenaren een vast bedrag per aangesloten eigendom. De heffingsgrondslag voor gebruikers is gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters (m3). Hierbij is gekozen voor een tarief per hele eenheid tot 300 m3. De raad heeft besloten dit niet verder te differentiëren, gezien de dan flink stijgende perceptiekosten versus het relatief kleine voordeel voor de inwoners.

Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor parkeervergunningen. Beide dienen ter regulering van het parkeren, zoals vastgesteld in het parkeerbeleid. De handhaving door middel van de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes. Dit geldt alleen voor het parkeren bij automaten waarbij geen of onvoldoende parkeergeld betaald is. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld door het Rijk.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven van degene die een voorwerp of voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene voor wie dat voorwerp/die voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig is. De gemeente voert jaarlijks een inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting wordt opgelegd.

Hondenbelasting
Hondenbelasting is van oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier geen maximumtarief en/of spelregel ten aanzien van kostendekkendheid. De geraamde kosten van het hondenbeleid zijn overigens nagenoeg gelijk aan de geraamde baten in verband met hondenbelasting.

Reclamebelasting
De opbrengst van reclamebelasting wordt na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend. Reclamebelasting wordt geheven in een vastgesteld gebied voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Bedrijveninvesteringszones
De opbrengsten van de bedrijveninvesteringszones Koemarkt en Wormerplein worden na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de BIZ Stichting Koemarkt en de BIZ Vereniging Wormerplein. De hoogte van de BIZ bijdrage voor de ondernemers aan de Koemarkt is afhankelijk van de hoogte van de WOZ waarde van het bedrijfspand. De BIZ bijdrage voor de ondernemers aan het Wormerplein is een vast bedrag.

Leges
Voor reisdocumenten, rijbewijs en akten burgerlijke stand bepaalt het Rijk het maximaal te heffen bedrag. De overige leges worden verhoogd met het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Afwijken van dit percentage is mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor de afzonderlijke activiteiten dit noodzakelijk maakt.

Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaats. In 2020 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de hoogte van de tarieven en de mate van kostendekkendheid. Het onderzoek wijst uit dat de tarieven niet geheel kostendekkend zijn. Bij de belastingmaatregelen 2021 wordt voorgesteld een aantal tarieven te verhogen en een aantal tarieven toe te voegen zodat nagenoeg volledige kostendekkendheid wordt gerealiseerd.

Marktgelden
Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten.

Toeristenbelasting
Toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding binnen de gemeente voor personen die niet in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven als inwoner. Degene die gelegenheid tot verblijf biedt is belastingplichtig en kan de belasting verhalen op degene die verblijf houdt.

Een aanduiding van de lokale belastingdruk

Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor OZB kan bij woonschepen worden gelezen: belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor:

  • eenpersoonshuishoudens in een eigen woning
  • eenpersoonshuishoudens in een huurwoning
  • meerpersoonshuishoudens in een eigen woning
  • meerpersoonshuishoudens in een huurwoning

Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Purmerend. Deze bedraagt in
2020 € 261.000.

 Bedragen in euro's

Eenpersoonshuishoudens

Meerpersoonshuishoudens

Jaar

Eigen woning

Huurwoning

Eigen woning

Huurwoning

2020

€ 765

€ 398

€ 765

€ 398

2021

€ 802

€ 427

€ 802

€ 427

Wijziging

€ 37

€ 29

€ 37

€ 29

Rangordeoverzicht woonlastenmonitor 2020

Gemeente

Bedrag

2020

Rangorde

2020

Rangorde

2019

Nederland gemiddeld

776

Alkmaar

621

14

14

Hoorn

733

90

171

Heerhugowaard

731

88

88

Den Helder

771

147

137

Edam-Volendam

761

126

144

Wormerland

890

315

335

Purmerend

764

131

136

Beemster

988

358

357

Waterland

789

179

188

Zaanstad

859

281

306

Landsmeer

904

325

336

Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).

Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid

Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid van 12 februari 2013.