We zien dat onze verstedelijkingsslag goed op de rit staat. We transformeren bedrijventerreinen (Wagenweggebied, De Koog), zijn aan de slag met OV-knooppuntontwikkeling (Stationsgebied), herontwikkelen buurten (Wheermolen-Oost) en voegen zowel in de binnenstad als in de andere wijken waar mogelijk woningen toe. Dat doen we op een manier waarbij de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van onze stad voorop staat. Onze vastgestelde visie op de leefbare stad geeft daaraan richting. In de stad zelf wordt de verbouwing nu fysiek ook goed merkbaar en voelbaar. We schatten in, dat dit over een langere periode zo zal blijven, nu de plannen daadwerkelijk tot uitvoering komen.
Eerder is al aangegeven dat we er daarmee nog niet zijn. Méér woningen zijn nodig. Bovendien worden in de binnenstedelijke projecten vooral appartementen toegevoegd, terwijl ook behoefte bestaat aan grondgebonden woningen. In 2021 gaan we daarom verder aan de slag met de locaties die we daarvoor op ons grondgebied nog hebben: de transformatie van Purmer Zuid-Zuid en (een deel van) het golfterrein. Na de fusie met Beemster draagt ruimte voor beheerste groei in Zuidoostbeemster daar ook aan bij. Purmerend heeft grote behoefte aan woningen. Het bouwen in het bestaand stedelijk gebied is complex en geeft – naast gesprek over kansen voor ontwikkeling – ook zorgen bij omwonenden en/of ondernemers. Een actieve houding, sturing en heldere keuzes maken vóór woningbouwontwikkeling door intensiveren, combineren en – waar mogelijk – transformeren, is nodig om aan onze verantwoordelijkheid voor woongelegenheid invulling te kunnen geven.
Het programma Purmerend 2040 leidt tot veel ontwikkelingen en dynamiek in de stad en regio. Dat geldt bijvoorbeeld voor de transformatie van het stationsgebied naar hoogstedelijk woon-werkgebied, dat door de MRA is benoemd tot ‘sleutelgebied’. Bij die ontwikkeling wordt geanticipeerd op een verschuiving van het mobiliteitsgebruik, versterking van het OV en een duurzame leefomgeving. Met deze transitie slaat Purmerend een andere weg in dan dat we als groeikern gewend waren. Dit vraagt wat van inwoners, bestuur en ondersteuning. De noodzaak en bewustwording van deze verandering is groeiende. De integrale benadering vanuit agenda 2040 draagt daar aan bij. We vinden het van belang dat om een complete en volwaardige stad te worden, er naast het accent op méér woningen ook voldoende aandacht is voor (plaatselijke) economie en mobiliteitsvraagstukken. Daar zetten we in 2021 dan ook extra op in.
Momenteel en in de komende jaren wordt duidelijk wat de versterkte inzet op regionale samenwerking tot resultaat heeft. Sinds 2017 heeft Purmerend de aandacht voor Zaanstreek-Waterland, voor de MRA en voor het noorden geïntensiveerd en daarbij tevens gebruik gemaakt van waardevolle netwerken van kennis, middelen en lobbykracht. Purmerend is zichtbaarder door regionale initiatieven te organiseren, intensief te participeren dan wel te ondersteunen in onder andere woningbouwontwikkeling, ruimtelijke klimaatadaptatie, de MRA-sleutelgebieden, de regionale energiestrategie, de waterketen, en de ontwikkelagenda Hoornse lijn. Het programma Purmerend 2040 is blijvend uitgangspunt voor de inzet op regionale samenwerking, waarbij Purmerend zich bewust is van de wederkerigheid; de nog steeds groeiende positie als centrumgemeente voor de regio Waterland en de daarbij behorende verantwoordelijkheden, maar andersom ook van de grote waarde van de directe regio met diens natuurlijk erfgoed, recreatiegebied, agrarische sector, dorpskernen enzovoort. De thema’s ruimte, mobiliteit en landschap vormen de komende jaren prioriteit, waarbij Purmerend een coördinerende dan wel stuwende rol zal innemen in verschillende onderliggende programma’s en gremia. Met het vaststellen van de nieuwe MRA-agenda in 2020 is ook het moment om de Visie & Samenwerkingsagenda Zaanstreek-Waterland uit 2017 te actualiseren, verdiepen en concretiseren. Een scherpe(re) aanpak biedt de gemeente mogelijk een nog effectievere inzet op de regionale samenwerking.
Sprake is van een flink aantal vooral particuliere ontwikkelingsinitiatieven. Om deze ontwikkelingsinitiatieven verder te helpen, is gemeentelijke ondersteuning, bijvoorbeeld door onderzoek, afstemming en/of bestuurlijk overleg en besluitvorming noodzakelijk. Daarbij is het van belang bedacht te zijn op mogelijk ongewenste, prijsopdrijvende effecten. Een ander risico bij (te) grote afhankelijkheid van particuliere initiatieven is dat bij stagnerende hoogconjunctuur sprake kan zijn van ongewenste planuitval. Met het oog op de woningbouwprogrammering ligt het voor de hand dat hier op een goed afgewogen manier mee wordt omgegaan. Helder is dat de ruimte in Purmerend intensiever gebruikt gaat worden. Purmerend wil in haar stedelijkheid meer gezicht krijgen, maar ook als complete stad kunnen blijven functioneren met toevoeging van een grotere diversiteit aan woonmilieus en woonprogramma.
Onderdeel van een integrale benadering vanuit agenda 2040 is dat voor nieuwe ontwikkelingsinitiatieven – ook in 2021 – ervaring opgedaan wordt met de zogenaamde 'programmeertafel', om voor de stad de samenhang op ruimtelijk en maatschappelijk gebied (meer) te kunnen waarborgen. De bedoeling is dat in het kader van planning en programmering wordt ingezet op een strakkere processturing onder meer van aan de orde zijnde initiatieven en in gang gezette projecten, uiteraard met een heldere afbakening van doorlopen planvormingsstadia (aangeduid als 'P4' en met gebruikmaking van 'Primavera'). In dat verband is van belang dat – met het oog op de beschikbare, ambtelijke capaciteit – niet alle ontwikkelingsinitiatieven tegelijkertijd mogelijk gemaakt kunnen worden en dat dit resulteert in het (moeten) stellen van prioriteiten.
Het voornemen om naast de gebruikelijke, planologische instrumenten ook in te zetten op alternatieven om sommige ruimtelijke randvoorwaarden en/of neven-effecten door middel van financiële instrumenten te kunnen en mogen verevenen, is in beleidsmaatregelen omgezet. Met vaststelling van de nota Gebiedsoverschrijdende Kosten is sprake van een drietal voorzieningen kostenverhaal (1. sociale woningbouw, 2. parkeervoorziening centrumgebied, 3. mobiliteit en groen). Daarmee kan (mede) een bijdrage geleverd worden aan de realisatie van ambities en beleidsdoelen.
Purmerend implementeert de komende jaren de Omgevingswet. De verwachte inwerkingtreding van deze wet, die van invloed is op meerdere gemeentelijke beleidsterreinen, is uitgesteld tot 1 januari 2022. De mogelijke beleidsruimte wordt, zowel bestuurlijk als ambtelijk, doorlopend afgetast aan de hand van casussen en thema's. Gedachtenvorming vindt plaats over het (vernieuwde) instrumentarium en over de uitrol daarvan. Vernieuwde beleidsdocumenten, zoals de Nota Omgevingskwaliteit en de Nota Grondbeleid, spelen in op de komst en de geest van de Omgevingswet.
De strategie op vastgoed wordt geactualiseerd op basis van de huidige ontwikkelingen, zoals de verduurzaming. We zetten het gemeentelijk vastgoed op een zo effectief en efficiënt mogelijke manier in voor de stad. We merken dat de vraag naar maatschappelijk vastgoed groter is dan nu beschikbaar en we onderzoeken de mogelijkheden om het aanbod te vergroten.