Vanaf medio maart 2020 maakt Nederland een crisis door. In eerste instantie is het een gezondheidscrisis. Maar deze crisis zal – zeker op korte termijn – grote gevolgen hebben voor de economie in de meest ruime zin van het woord. Hoe groot deze gevolgen zullen zijn, valt bij het schrijven van deze tekst nog niet te zeggen. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft een viertal mogelijke scenario's uitgewerkt.
In het rapport van het CPB (april 2020) is hierover het volgende opgenomen: "(...) De scenario’s hanteren verschillende uitgangspunten voor de duur van de contactbeperkingen en de diepte van de economische doorwerking. In alle scenario’s resulteert een recessie, het Bruto Nationaal Produkt (BBP) krimpt in 2020 met 1,2% tot 7,7%. In het lichtste scenario veert de economie al in het derde kwartaal van 2020 weer op, in het zwaarste scenario ontstaan er ook problemen in de financiële sector en verslechtert het buitenlandbeeld verder. In dat scenario zal er ook in 2021 een krimp van het bbp van 2,7% optreden. In drie van de vier scenario’s is de neergang dieper dan in de crisis van 2008/2009 (...)"
Over de effecten van de coronacrisis op de regionale economie brengt SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de Metropoolregio Amsterdam met enige regelmaat rapportages uit. Uit de laatste rapportage (juni 2020) blijkt dat deze crisis de Amsterdamse regio harder raakt dan de landelijke economie. Dit komt door het relatief grote aandeel van sectoren zoals horeca, luchtvaart, hotels en de groothandel in de economie van Groot-Amsterdam1 en de MRA. Deze sectoren worden bovengemiddeld sterk geraakt door de maatregelen tegen het coronavirus. Omdat Groot-Amsterdam 75 procent van de economie van de MRA vormt, werkt dit effect door in de totale economie van de MRA. Per maand dat de maatregelen voortduren, bedraagt de schade voor Groot-Amsterdam € 1,7 mrd in termen van toegevoegde waarde. Voor de gehele MRA is de schade per maand € 2,3 mrd in termen van toegevoegde waarde (regionaal bbp).
De coronacrisis heeft eveneens een sterk negatief effect op de werkgelegenheid in Groot-Amsterdam en de MRA. Circa 26 procent van de banen wordt direct of indirect geraakt door de maatregelen in de middenschatting2 van de berekeningen. Dit betreft in totaal 330 duizend banen in Groot-Amsterdam, en voor de MRA 507 duizend banen (25 procent van het totaal aantal banen in de MRA). Voor heel Nederland wordt circa 24 procent van de banen direct of indirect getroffen door de maatregelen. Dit betreft in totaal 2,5 miljoen banen. De vraag of het inderdaad om het aangegeven aantal banen gaat, hangt van veel factoren af. Een van deze factoren is de uitwerking van de steun-maatregelen die de landelijke overheid heeft getroffen. In deze maatregelen is bepaald dat ondernemers hun werknemers niet zonder meer kunnen ontslaan. De verwachting is echter dat een aantal bedrijven op de lange duur niet kan overleven en toch hun werknemers zal moeten ontslaan. Hoe groot dit effect zal zijn, is echter nu nog niet te zeggen.
Over het effect op de sectoren is in dit stadium eveneens niet veel concreets te zeggen. Wel bekend is dat een aantal sectoren zoals horeca, detailhandel en toerisme zwaarder getroffen zullen zijn/worden dan andere sectoren. Uit een eerste analyse van de lokale steunmaatregelen blijkt dat met name het aantal horeca- en detailhandelsbedrijven, dat uitstel van belastingen heeft aangevraagd, verhoudingsgewijs groot is. Ook zzp'ers zijn door de crisis geraakt. In Purmerend hebben ongeveer 1.800 ondernemers (vooral zzp'ers) een zogenaamde TOZO3-uitkering ontvangen. De TOZO is door de Rijksoverheid tot 1 september 2020 verlengd. Omdat de voorwaarden stringenter zijn, is het de vraag of het aantal zzp'ers dat een beroep op de TOZO zal doen, verder gaat toenemen.
De economische ontwikkelingen in deze crisistijd zijn en blijven vooralsnog onzeker. Over de effecten op sectoren of in (deel)regio's op korte en middellange termijn is te weinig bekend waardoor het niet goed mogelijk is om conclusies te trekken of om een gerichte strategie uit te zetten. De gemeente heeft wel – evenals de regering – steunmaatregelen getroffen om de eerste nood bij ondernemers te lenigen. Langzamerhand breekt het stadium van herstel aan. Over de wijze waarop de gemeente – samen met de regio Zaanstreek-Waterland en de MRA – dit herstel zal ondersteunen, is overleg gaande. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de economie als geheel maar ook naar de afzonderlijke sectoren zoals horeca, detailhandel en toerisme.